In 1818 werd in verband met de centrale voedselvoorziening een multifunctionele gaarkeuken in het hart van de kolonie ingericht. Het gebouw was onder andere voorzien van een opslagruimte, een spinzaal en het kookhuis zelf. Al kort naar de oprichting werd de centrale keuken gesloten omdat de kolonisten hun eerste eigen voedselopbrengsten hadden. Het gebouw werd verbouwd en diende als woning voor de onderdirecteur en als melkerij.