Begin 1800 begon men veen af te graven in het gebied rond Vledderveen. De veenarbeiders (die veelal woonden in Noordwolde en Noordwolde-Zuid) vestigden zich op de afgegraven gronden. De tweede groep bewoners van Vledderveen bestond uit personen die zich niet in het strakke leef regime van de Maatschappij van Weldadigheid konden vinden. Als zij (volgens de overlevering) een geschikte plek in het afgegraven gebied konden vinden om een plaggenhut te bouwen en als er de volgende morgen rook uit de schoorsteen kwam, werd het toegestaan dat zij daar mochten blijven.
Laatste aanpassing: 20 juni 2022