Tot de gemeente Vledder behoorden de dorpen Boschoord, Doldersum, Frederiksoord, Nijensleek, Vledder, Vledderveen en Wilhelminaoord.
Koning Willem I liet in 1830 de tweede landelijke volkstelling houden. Vanaf dat moment werd om de tien jaar zo’n telling gedaan. Niet bij elke telling werden alle details gevraagd. Soms waren alleen de aantallen huizen belangrijk en hoeveel personen daar op dat moment in leefden. Soms was men alleen geïnteresseerd in een totaal aantal mensen dat in een gemeente leefde (1830 en 1840 bijvoorbeeld). Voor de gemeente Vledder zijn alle resultaten in de bijgaande tabel gezet.
In deze tabel is geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen. Dat verschil is steeds vrij klein. Het valt wel op dat het aantal mannen altijd groter is dan het aantal vrouwen in plattelandsgemeenten, terwijl grote steden altijd een “vrouwenoverschot” laten zien. Dat verschijnsel is overal in Nederland zo.
De sterke groei in het begin van de 19e eeuw is uitsluitend het gevolg van het oprichten van de Maatschappij van Weldadigheid.
Bij de oprichting in 1818 bestond de groep kolonisten uit 100 volwassenen en 230 kinderen, ruwweg evenveel als elk van de plaatsen Vledder en Nijensleek aan inwoners had. Het afvlakken van de lijn vanaf ongeveer 1850 heeft twee belangrijke oorzaken. De Maatschappij kwam in financieel zwaar weer. Er waren steeds minder “sponsoren” voor het project van generaal van den Bosch. Het aantal kolonisten dat binnenkwam werd toen steeds kleiner, waardoor de groei van het aantal
inwoners binnen de gemeente Vledder niet veel omhoog ging; zelfs wat achteruit ging. De tweede oorzaak van het afvlakken van de bevolkingsgroei was eigenlijk
geen verrassing. Al eeuwen was het gebied in zuidwest Drenthe een lastig te bewerken en te ontginnen gebied. Alleen langs de beken Vledder Aa, de Nijensleker Schipsloot en Wapserveense Aa waren weilanden en op de kleine essen was er wat akkerbouw mogelijk. Met de grote gebieden armoedige grond, vooral laagveen en heide, was er eigenlijk geen mogelijkheid om nieuwe, rendabele, boerderijen te stichten. Boeren hielden vooral schapen.
Er kon net genoeg worden verbouwd om “in leven” te blijven. En als dat zelfs niet meer mogelijk was, huurden boeren extra land. Zo hebben Nijensleker boeren soms wat land bij Steenwijk gehuurd om de koeien te laten grazen. Ook was het soms nodig om hooi voor de winter te kopen, omdat de zomer te weinig had opgeleverd. Zomerse stortregens en de slechte afwatering van de beken betekenden vaak een nachtmerrie voor de boeren als deze natuurverschijnselen vlak voor of tijdens oogst- en hooimomenten kwamen.
Industrie was er in het geheel niet in de omgeving. Het liet zich ook moeilijk opstarten in een slecht toegankelijk gebied. Dus in die economische tak was er geen groei. Het armoedige niveau van mogelijkheden verbetert maar langzaam. Er wordt wat veen ontgonnen, waardoor de brandstof turf beschikbaar komt. De vrijgekomen grond wordt omgezet in weide- en landbouwgronden. De introductie van wat eenvoudige machines helpt iets. Het ontwikkelen van samenwerkingsorganisaties (melkfabrieken) geeft ook wat ruimte. Uiteindelijk komt er pas in de jaren 50 van de vorige eeuw een duidelijke kentering in de arbeidsmogelijkheden en groeit de bevolking vanaf dan gestaag. In de gemeente zijn door de bevolkingsgroei, maar ook om dorpen levensvatbaar te houden, veel nieuwe huizen gebouwd. Met name in Wilhelminaoord en Vledder. In Nijensleek (de Schoolweg begin jaren zestig), Frederiksoord en Doldersum zijn incidenteel enkele woningen gebouwd. Vledderveen kreeg de Talmastraat (eind jaren zestig) en, eind jaren negentig, de Oosterslag.
Vooral in het dorp Vledder zijn er veel nieuwe woningen bijgebouwd. Het begint met een klein aantal huizen aan de Torenlaan, Van Royenlaan, en Beatrixstraat een paar jaar na de oorlog, gevolgd door enkele huizen aan de parallelweg en de Pastorieweg (begin jaren 50). In de jaren zestig bouwt men aan de Olde Hof bejaardenwoningen. Eind jaren zestig wordt het Scheperskampplan gestart (Scheperskamp, Palmbosweg, Wildwal en, later, de Paaswei). En snel daarna (circa 1971) wordt er aan de Bosbouwkamp gebouwd. De Meulhoek, ook voor ouderen, volgt in fases. In de tweede helft van de 70-er jaren wordt De Goorns ontwikkeld. Daarna komen de verschillende “Rolles”, I, II en III in de jaren 80. Wilhelminaoord werd sterk uitgebreid vanaf 1970 (o.a. Schumerstraat, De Jongestraat, KJ Blokstraat).
(het gehele verhaal is te vinden in Kerspelstokkies nr 30, 2017)
Bewonersaantallen
Jaar | Boschoord | Doldersum | Fred. oord | Nijensleek | Vledder | Vledderveen | Wilh. oord | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1795 | 64 | 227 | 320 | 611 | ||||
1830 | 1717 | |||||||
1840 | 1876 | |||||||
1849 | 90 | 387 | 399 | 2087 | ||||
1859 | 101 | 441 | 439 | 123 | 2474 | |||
1869 | 94 | 517 | 441 | 388 | 318 | 501 | 2259 | |
1879 | 93 | 49 | 505 | 435 | 514 | 398 | 388 | 2382 |
1889 | 55 | 1085 | 518 | 544 | 461 | 2663 | ||
1899 | 53 | 1069 | 546 | 515 | 526 | 2709 | ||
1909 | 16 | 63 | 1053 | 570 | 533 | 552 | 2787 | |
1920 | 2812 | |||||||
1930 | 60 | 77 | 444 | 625 | 536 | 449 | 270 | 2461 |
1947 | 110 | 68 | 416 | 672 | 616 | 420 | 238 | 2540 |
1960 | 2581 | |||||||
1971 | 60 | 345 | 505 | 935 | 425 | 660 | 2920 | |
1973 | 3124 | |||||||
1991 | 3590 | |||||||
1998 | 4155 | |||||||
Laatste aanpassing: 20 mei 2023