Voorstelling maart 1906
Drama ’t Scheepje
Photografie: B. Kranendonk
B. Kranendonk , Jansje Nobbe, J. Hilkemeijer, Auke J. Bult, Cor Stuiver, H. Spikman, Pietje de Wendt
B. Kranendonk
Jansje Nobbe
J. Hilkemeijer
Auke J. Bult
Cor Stuiver
H. Spikman
Pietje de Wendt
Het verslag van de voorstelling is ook te lezen in de Opregte Steenwijker Courant
Floralia – Tableaux Vivants
Op de vergadering van 24 juli 1906 wordt er besloten om ter gelegenheid van het Floralia feest op 26 augustus 1906 de volgende stukken ten tonele te brengen:
- Voorstelling van de negen Muzen
- Tableaux uit Moeder de Gans
In de notulen van de vereniging staat een (kort) verslag van de 26e augustus: “De dag van ’t Floraliafeest zette slecht in, terwijl de dagen daarvoor guur en nat waren. Toch wordt gefotografeerd door Kranendonk en met een klein beetje hoop, op goed weer des avonds, wordt ’s middags geluisterd, bewonderd, gedraaid, gesprongen, geklonken in één woord feestgevierd. Acht uur ’s avonds klonken de tonen van de Asfen muziek den toehoorders, die weldra toeschouwers zouden worden, in de ooren. Want één – twee – drie , daar werden den honderden bladzijden uit Moeder de Gans weergegeven door beelden; te zamen belicht door Bengaalsch vuur, en bewakend door Bengaalsche rook, vooral dit laatste maakte veel effect, voor de beelden om te stikken en voor de toeschouwers om niets te zien, De Muzen hadden meer succes. Gelukkig dat de voorstelling der Muzen beter slaagde, ’t viel meer in de smaak van ’t publiek. God Pluvius 1wachtte heel kalm tot de voorstellingen afgelopen waren, en dreef toen allen naar huis “
Moeder de Gans
Frederika van Kampen, Johanna G. Ladru, Bastiaan Kranendonk, Pietje de Wendt, A. Kemper, George Zwaneveldt, A. Bult, .... Ellerbroek, Jan Roders, Jansje Nobbe, Cor Stuiver, J. de Boer, Fettje Pol, Petronella W. A.. Doodhagen, Jan Jacob Hilkemeijer, Roelofje Spikman, Antje Steenstra
Prinses Ganzenhoedster - Frederika van Kampen
Doornroosje - Johanna G. Ladru
Klein Duimpje - Tafereel 1 - Bastiaan Kranendonk
Klein Duimpje - Tafereel 1 - Pietje de Wendt
Klein Duimpje - Tafereel 1 - A. Kemper
Klein Duimpje - Tafereel 2 - jongetje Ellerbroek
Klein Duimpje - Tafereel 2 - Jan Roders
Gelaarsde kat - George Zwaneveldt
Gelaarsde kat - A. Bult
Sneeuwwitje - Jansje Nobbe
Sneeuwwitje - Cor Stuiver
Roodkapje - J. de Boer
Roodkapje - Fettje Pol
Blauwbaard - Petronella W. A. Doodhagen
Blauwbaard - Jan Jacob Hilkemeijer
Assepoester - Roelofje Spikman
Assepoester - Antje Steenstra
De negen muzen
De negen muzen waren in de Griekse mythologie de godinnen van de kunst en wetenschap. Internet geeft aan:
- Melpomene – de muze van de zang en dans samen en de tragedie. Haar attributen zijn het tragedie-masker, een knots, zwaard of dolk en toneelsandalen
- Terpsichore – de muze van de dans en de lyrische poëzie. Haar attribuut is de lier.
- Urania – de muze van de sterrenkunde, Haar attributen zijn een hemelbol en een schrijfstift.
- Polyhymnia – de muze van de mimische kunst, de retoriek en gewijde liederen. Haar attributen zijn scepter, mantel en sluier.
- Clio – de muze van de verheerlijking door het gezang, die van de geschiedschrijving en ook van het heldendicht. Haar attributen zijn een boekrol of een kist met boeken.
- Calliope – de muze van het heroïsch epos (heldendicht), de filosofie en de retoriek. Haar attributen zijn de schrijftafel en schrijfstift, alsmede de perkamentrol en de bazuin.
- Erato – de muze van de hymne, het lied, de lyriek en het liefdesgedicht. Haar attributen zijn snaarinstrumenten, meestal is dit een lier.
- Thaleia – de muze van de komedie. Haar attribuut is een komisch masker.
- Euterpe – de muze van het fluitspel en de lyrische poëzie. Haar attributen zijn de aulos, de dubbele fluit of nog een ander muziekinstrument.
De Muzen
Cor Stuiver, Frederika van Kampen , Antje Steenstra, Petronella W.A. Doodhagen, Pietje de Wendt, Roelofje Spikman, Fettje Pol, Johanna G. Ladru, Jansje Nobbe
Melponeme - Cor Stuiver
Terpsichoré - Frederika van Kampen
Urania - Antje Steenstra
Polihymnia - Petronella W.A. Doodhagen
Clio - Pietje de Wendt
Calioppe - Roelofje Spikman
Erato - Fettje Pol
Thalia - Johanna G. Ladru
Euterpe - Jansje Nobbe
Nieuwe bestuurleden
Op de vergadering van 22 september 1906 worden er ook een aantal nieuw bestuursleden geïnstalleerd. Het bestuur ziet er dan als volgt uit:
- dhr. H. de Greeff – voorzitter
- dhr. J.J. Hilkemeijer – secretaris
- dhr. A. Bult – penningmeester
- dhr B. Kranendonk – 1e commissaris
- dhr. J. Roders – 2e commissaris
In dezelfde vergadering wordt ook besloten dat juffrouw A. Beenen niet aangenomen wordt (te jeugdig), daar ook de dames-garde meer dan toereikend is. Wel wordt aangenomen als junior lid de heer Herman Specht.
Vanaf september 1906 wordt er nog een stuk ingestudeerd. In november 1906 wordt het stuk “De Jonggehuwden” als voorstukje gebracht van “Goote Stadslucht” .
In de terugblik in de notulen over het winterseizoen 1906-1907 staat : “George Zwaneveldt heeft ons verlaten om in ’t lands dienst het werkelijke van het komische en figuurlijke te onderscheiden. Moge de dienst het tot een waardig lid van Erica maken. Nu is het net nog niet, ’t zij dat hij niet kan of dat hij niet wil. Een tegenstelling van hem vindt men in het junioren lid H. Specht. Die toont, zoo, te willen en hij zou ook heel goed kunnen, maar voor vele rollen tussen de coulissen zal hij te klein zijn. Tussen de coulissen zeg ik, want achter dezen is hij onverbeterlijk, hij is een souffleur, waarop, zoo hij lang lid blijft, heel veel leden zich verlaten kunnen. Hij trooste zich, dat alle leden van Erica hem dankbaar zijn, en hopen , dat hij nog lang lid, geen junioren lid, van Erica mag zijn. Wie zou op zijn benoeming tot lid tegen zijn? Hij moge klein zijn van lichaam, hij is groot in hulpvaardigheid”
Laatste aanpassing: 1 augustus 2024
- God Pluvius: God van de hemel en het onweer ↩︎